Kan schandalige kunst God nog dienen? Gaat lijden aan alle grootsheid vooraf? Kan ziekte een zegen zijn? In 1950 bezoekt schrijver Flannery O'Connor haar moeder Regina in Georgië, wanneer op vierentwintigjarige leeftijd bij haar lupus wordt vastgesteld. Terwijl ze worstelt met dezelfde ziekte die het leven van haar vader kostte toen ze nog een kind was, en wanhopig om haar stempel te drukken als een groot schrijfster, zet deze crisis haar verbeelding in een koortsachtige verkenning van het geloof.