Een oude kerel herinnert zich enkele capriolen van de mannen en vrouwen uit zijn westelijke stad, wilder en wolliger dan Tombstone of Dodge City. In deze stad is niemand een goede schutter, de vrouwen hebben honger naar nieuw vlees en er zijn grappenmakers in overvloed. Een vreemdeling wandelt de stad binnen en blijkt resistent tegen de chaos, en nadat hij een paar cowboy-blindgangers heeft aangetrokken, begint hij de stad op te ruimen.